Onthullingen over tekortkomingen in de regulering van gezichtsherkenning in het Verenigd Koninkrijk

De organisatie Privacy International heeft de gebrek aan duidelijke antwoorden van Britse parlementsleden blootgelegd met betrekking tot het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie (FRT) in openbare ruimtes, waarbij belangrijke regelgevings- en toezichtslekken aan het licht zijn gekomen. In het kader van de campagne “Het einde van privacy in het openbaar“, ontworpen om burgers bewust te maken van de risico’s van deze technologie, onthullen de resultaten een alarmerende disconnectie tussen de wetgevers en de privacyrechten van hun kiezers.

Parlementariërs ontwijken belangrijke vragen

Privacy International meldde dat het merendeel van de parlementsleden niet direct antwoordde op essentiële vragen, zoals of FRT wordt gebruikt in hun districten of dat er specifieke controles zijn in winkels, bij evenementen of door de lokale politie. Volgens het rapport is 70% van de parlementsleden onwetend of deze technologie in hun gebieden wordt toegepast.

Hoewel sommige antwoorden algemene zorgen over FRT erkenden, vermeden vele anderen om dieper in te gaan op de geassocieerde risico’s, zoals de discriminerende vooroordelen jegens etnische of genderminderheden, grootschalige surveillance en de ethische implicaties.

Privacy of veiligheid? Het dilemma van regelgeving

Parlementsleden die hun kiezers probeerden gerust te stellen, benadrukten dat FRT gereguleerd wordt door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Data Protection Act van 2018. Privacy International waarschuwt echter dat deze regelgeving slechts beperkte aspecten dekt, zoals de verwerking van persoonsgegevens, en fundamentele kwesties zoals discriminatie, vrijheid van meningsuiting en grootschalige surveillance onbehandeld laat.

Bovendien wordt het gebruik van FRT door politiediensten geconfronteerd met een complex wettelijk kader, beschreven als een “mozaïek van regelgeving”. Dit omvat de Surveillance Camera Code of Practice (POFA 2012) en de Human Rights Act, maar geen van deze wetten is specifiek ontworpen voor FRT, wat leidt tot juridische gaten, inconsistenties en gebrek aan duidelijkheid in toezichtsverantwoordelijkheden.

Oproep voor effectieve regelgeving

Gezien deze uitdagingen hebben zowel Privacy International als de Information Commissioner’s Office (ICO) van het Verenigd Koninkrijk opgeroepen tot een bindende gedragscode die meer duidelijkheid en garanties biedt. Volgens de ICO zou zo’n code een transparant en consistent kader bieden voor het gebruik van biometrische technologieën, wat zowel de wetshandhavingsinstanties als het publiek zou ten goede komen.

Het rapport benadrukt ook de noodzaak van een evenwicht tussen collectieve veiligheid en individuele vrijheid. Hoewel sommige parlementsleden FRT verdedigden als een noodzakelijke politie-instrument, werden er geen duidelijke maatregelen gespecificeerd om transparantie en proportionaliteit in de implementatie ervan te waarborgen.

Een bedreiging voor openbare privacy

Privacy International heeft aangekondigd de hervatting van haar campagne om de risico’s van FRT bekend te maken en te eisen voor meer parlementair toezicht. De organisatie waarschuwt dat de normalisatie van grootschalige surveillance de concepten van privacy en vrijheid in openbare ruimtes negatief zou kunnen herdefiniëren als niet de juiste regelgevende maatregelen worden genomen.

Bij de uitbreiding van deze technologie in het Verenigd Koninkrijk intensiveert het debat over het gebruik en de regelgeving, waarbij de vraag open blijft hoe de openbare veiligheid en individuele rechten in een steeds meer gedigitaliseerde wereld in evenwicht kunnen worden gebracht.

via: Privacy International en Noticias privacidad